Den tand des kijang aan mijn karkas,
mijn knoken, mijn spieren en mijn haargewas,
mijn knoken, mijn spieren en mijn haargewas,
mijn rimpels, mijn plooien en mijn schurftig vel,
mijn rimpels, mijn plooien en mijn schurftig vel,
mijn hoestend, roestend, rochelend model,
mijn hoestend, roestend, rochelend model,
‘t zicht van mijn ogen was ‘t grootste zeer,
Zicht van mijn ogen sedang sibuk,
zelfs koeien van leters, ‘k en zag ze nie meer,
zelfs koeien van leters, ‘k en zag ze nie meer,
met lood in mijn schoenen en met nen hangende kop,
bertemu di mijn schoenen en bertemu nen hangende kop,
trok ik naar de zolder en ‘k maakte nen strop.
trok ik naar de zolder en ‘k maakte nen strop.
Ik gleed met mijn handen ruw langs ‘t kalk
Ik berkilau bertemu mijn handen ruw langs ‘t kalk
en ‘k zocht er blindeli,ngs de geschikte balk,
en ‘k zocht er blindeli, ngs de geschikte balk,
maar is ‘t des duvels of is ‘t godes wil,
maar adalah ‘t des duvels adalah’ t godes wil,
daar waar da’k wil sterven, daar vind ik nen bril,
daar waar da’k wil sterven, daar vind ik nen bril,
met bevende handen zette ik hem op,
bertemu bevende handen zette ik hem op,
‘k vergat op slag dat dodelijke strop,
‘K vergat op terak yang dodelijke strop,
perfect van sterkte, ideaal van model,
van sterkte sempurna, model van ideal,
dienen vreemden bril paste mij wonderwel.
dienen vreemden bril paste mij wonderwel.
Ne strop op de zolder, wat een luguber verhaal,
Ne strop op de zolder, wat een luguber verhaal,
nen bril op een balke, dat is ook nie normaal,
nen bril op een balke, itu ook nie normaal,
wie legt er daar bijgod nu zijn kijkmontuur,
wie legt er daar bijgod nu zijn kijkmontuur,
nen verstrooide geschifte turelure natuur,
nen verstrooide geschifte turelure natuur,
nen farceur, nen flauwe kluchtigaard,
nen farceur, nen flauwe kluchtigaard,
of misschien nen menslievenden heiligaard,
dari misschien nen menslievenden heiligaard,
misschien een die peisde, mijn oud brilkarkas
misschien een mati peisde, mijn oud brilkarkas
komt hier op zolder nog wel ooit van pas.
komt hier op zolder nog wel ooit van pas.
En zo is ‘t geschied, da ‘k me nie verhing,
En zo adalah geschied, da ‘k saya nie verhing,
dankzij dat klein veloachtig ding,
dankzij dat klein veloachtig ding,
dank zij meneer Anoniem Brillemans,
dank zij meneer Anoniem Brillemans,
ontsnapt’ ik daar aan den dodendans,
ontsnapt ‘ik daar aan den dodendans,
misschien da’k nu wel wat deure sla,
misschien da’k nu wel wat deure sla,
maar ‘k ben doodcontent da’k nog besta,
maar ‘k ben doodcontent da’k nog besta,
ik mag het hier stellen, da’k op dienen dag,
ik mag het hier stellen, da’k op dienen dag,
voor den tweede keer het levenslicht zag
voor den tweede keer het levenslicht zag
‘k Ontdek nu de wolken en het groeiend gras,
‘Ontdek nu de wolken en het groeiend gras,
en al waar da’k mij vroeger nooit bewust van was,
en al waar da’k mij vroeger nooit bewust van itu,
geen gazetteletter die mij nog ontgaat,
gina gazetteletter mati mij nog ontgaat,
‘k lees zelfs wat dat er verzwegen staat,
‘K lees zelfs wat yang er verzwegen staat,
dienen bril speurt al de leugens op,
dienen bril speurt al de leugens op,
zelfs in mijnen slaap houd ik hem op,
zelfs di mijnen slaap houd ik hem op,
al dromend zie ik nu en dat is amusant,
al dromend zie ik nu en yang amusant,
mijnen onbewusten binnenkant.
mijnen onbewusten binnenkant.
Misschien dat die brilglazen spiegeltjes zijn,
Misschien yang mati brilglazen spiegeltjes zijn,